Coptotermes formosanus vormen een probleem voor mensen, vooral vanwege hun voedingsgewoonten. Ze consumeren cellulose, een fundamenteel bestanddeel van hout, wat leidt tot aanzienlijke structurele schade. Woon- en bedrijfsgebouwen, inclusief houten frames en andere cellulose-bevattende materialen, kunnen ernstig worden aangetast door deze onstilbare honger van de plaag en hun grote kolonies die vaak lange tijd onopgemerkt blijven.

Preventieve maatregelen tegen coptotermes formosanus omvatten het gebruik van fysieke barrières, zoals roestvrijstaal gaas of zandbarrières die zij niet kunnen doordringen. Regelmatige inspecties door professionals kunnen vroege tekenen van besmetting detecteren. Het elimineren van vochtbronnen, het afdichten van scheuren en naden, en het handhaven van een goede ventilatie kunnen ook omstandigheden creëren die ongunstig zijn voor de invasie van coptotermes formosanus.

Zodra problemen met coptotermes formosanus ontstaan, kan het snel aanpakken van de besmetting schade en stress beperken. Een onmiddellijke professionele beoordeling is cruciaal. Niet-chemische oplossingen zoals lokstations kunnen de kolonieomvang beheersen, terwijl structurele veranderingen getroffen gebieden kunnen repareren en versterken. Eigenaren van onroerend goed moeten routinematig controleren op tekenen van hernieuwde coptotermes formosanus activiteit. Tijdens het herstel is het essentieel om een droge, goed geventileerde omgeving te behouden en routinematig inspecties uit te voeren om verdere incidenten te voorkomen.

Coptotermes formosanus staat erom bekend ernstige schade aan structuren te veroorzaken, van huizen tot bruggen. Zowel volwassenen als nimfen voeden zich met cellulose, wat resulteert in verzwakte houten structuren, beschadigde kabels en vernietigd behang. De schadelijke impact op de integriteit van een gebouw vereist vaak kostbare reparaties en kan aanzienlijke veiligheidsrisico's opleveren.

Als generalist ongedierte veroorzaken de larven en volwassenen van coptotermes formosanus ernstige schade door te boren in wortels en stengels om te voeden. Deze activiteit ondermijnt de structurele integriteit van planten, wat leidt tot verwelking, groeiachterstand en mogelijk de dood van aangetaste gastheren.