Heteroecus pacificus , de snavelvormige galwesp, is een soort galwesp in de familie Cynipidae. Volgens het boek van Ron Russo, Plant Galls of California and the Southwest, verschijnen de gallen op levende eiken en bosbes eiken.

De satijnen knoopjesgalwesp (Neuroterus numismalis) is een vliesvleugelig insect uit de familie van de echte galwespen (Cynipidae). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1785 door Fourcroy.

De oestergalwesp (Neuroterus anthracinus) is een vliesvleugelig insect uit de familie van de echte galwespen (Cynipidae). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1838 door Curtis.

Met een fascinerende levenscyclus ondergaat neuroterus saltarius een complexe overgang, beginnend als een parasitaire larve binnenin plantweefsel. Groeiend binnen unieke gezwellen genaamd gallen op eikenbladeren, komt dit wezen uiteindelijk tevoorschijn als een gevleugelde volwassene, uitgerust om zijn nakomelingen voort te zetten. In zijn volwassen vorm vertoont het een metalen glans en navigeert het nauwkeurig door het bladerdak, bijdragend aan het rijke weefsel van het ecosysteem door bestuiving en als voedselbron voor roofdieren.

De wesp zelf is zeer klein en wordt niet veel waargenomen, de door de wesp geproduceerde gallen echter zijn wel vaak op onderkant van de bladeren van de zomereik (Quercus robur) te zien, vooral in de herfst. Het gaat dan voornamelijk om gallen van de agame generatie. De schotelvormige gallen van 0,4 cm doorsnee hebben een duidelijke rand en zijn vaak dubbelgevouwen. Aanvankelijk zijn de gallen groen maar later vaak rood en zelfs paars van kleur. De gallen van de seksuele generatie zijn veel minder talrijk, kleiner, ovaal en minder opvallend lichtgroen van kleur. In beide gevallen zit er een enkele larve in een gal.

De wesp zelf is zeer klein en veel mensen hebben er nog nooit één gezien, de door de wesp geproduceerde gallen echter zijn wel massaal op de onderkant van de bladeren van de zomereik te zien, vooral in de herfst, vaak is de grond ermee bezaaid. De gallen zien eruit als gelige platronde bolletjes, oudere gallen worden rood van kleur.