Probeer gratis
tab list
Picture Insect
Nederlands
arrow
English
繁體中文
日本語
Español
Français
Deutsch
Pусский
Português
Italiano
한국어
Nederlands
العربية
HOME Toepassing Downloaden Veelgestelde vragen
Nederlands
English
繁體中文
日本語
Español
Français
Deutsch
Pусский
Português
Italiano
한국어
Nederlands
العربية
Icon about
Over
Icon about
Algemene info
Icon about
Zoektips
Icon about
Schadelijk of niet
Icon about
Schadelijke effecten
Icon about
Veelgestelde vragen
Icon about
Vergelijkbare insecten
Icon about
Populaire insecten
Neoscapteriscus borellii

Neoscapteriscus borellii

Neoscapteriscus borellii

Een soort van Neoscapteriscus

De neoscapteriscus borellii ( Neoscapteriscus borellii ) wordt geïdentificeerd met zijn bruine tot een ietwat roze kleurenpalet. Het heeft ook vier bleke vlekken op zijn lichaam. In tegenstelling tot sommige krekels is deze vooral vleesetend. Anders onderscheidt het zich van de noordelijke molkrekel met een hogere, snellere piep.

Algemene informatie over Neoscapteriscus borellii
Identificeer insecten in een handomdraai
Maak een foto om insecten direct te identificeren en risico's in te schatten, zodat je snel inzicht kunt krijgen in beetbeoordeling, giftigheid, ongediertebestrijding, gedrag, habitat en tips voor een veilige interactie etc.
Download de app gratis
Rectangle
Kenmerken van Neoscapteriscus borellii
Habitat
veld; gazon; marge van vijver en stroom
Volwassen voedselbronnen
Wortels, knollen, ongewervelden, fruit, groenten
Larven voedselbronnen
Wortelhaartjes, kleine insecten, organisch materiaal, grassen, zaailingen
Bijten/steken
Niet gemeld
Allergie-veroorzakend
Niet gemeld
Defensieve aanval
Niet gemeld
Giftig
Niet gemeld
Niet giftig
De Neoscapteriscus borellii is niet giftig en vormt meestal geen gevaar voor de gezondheid van de mens. Je hoeft je niet onnodig zorgen te maken.
Borend insect
Niet gemeld
Bestuiver
Niet gemeld
Pest-etende roofzuchtige
Niet gemeld
Fytofaag
Niet gemeld
Roofzuchtig
Niet gemeld
qrcode
Img download isoImg download android
Rectangle
Soortstatus van Neoscapteriscus borellii
Het wordt gedistribueerd in Noord- en Zuid-Amerika.
Rectangle
Levenscyclus van Neoscapteriscus borellii
Ei De ei-fase van neoscapteriscus borellii omvat een embryonale fase binnen een beschermend omhulsel. Tijdens deze periode is het insect onbeweeglijk en ondergaat het de eerste ontwikkelingsfase.
Nimf Neoscapteriscus borellii ondergaat verschillende nimfenstadia, die elk lijken op de volwassene, maar kleiner zijn en geen volledig ontwikkelde vleugels hebben. Nimfen vervellen, groeien in omvang en krijgen geleidelijk volwassen kenmerken.
Volwassen Wanneer ze volwassenen worden, krijgen neoscapteriscus borellii volledig ontwikkelde vleugels en geslachtsorganen. Het lichaam is harder, de kleur kan variëren in vergelijking met nimfen en de primaire focus wordt voortplanting.
Rectangle
Volwassen grootte van Neoscapteriscus borellii
2.5 - 3 cm
Rectangle
Roofdieren van Neoscapteriscus borellii larven
Vogels, knaagdieren, loopkevers, spinnen
Rectangle
Wetenschappelijke classificatie van Neoscapteriscus borellii
Tips voor het vinden van Neoscapteriscus borellii
Je ultieme gids om insecten te begrijpen
Ontdek de geheimen van insecten levenscycli, habitats, gedrag en observatietips!!
Download de app gratis
Rectangle
Jeugd Habitat van Neoscapteriscus borellii
Graslanden en Prairies, Landbouw- en Cultiveergebieden, Stedelijke en Buitenstedelijke Gebieden
Rectangle
Volwassen habitat van Neoscapteriscus borellii
Graslanden en Prairies, Landbouw- en Cultiveergebieden, Stedelijke en Buitenstedelijke Gebieden
Rectangle
Hoe kun je Neoscapteriscus borellii aantrekken
Mensen kunnen lokazen zoals fruit, groenten of granen gebruiken die een sterke geur afgeven om neoscapteriscus borellii te lokken, omdat ze worden aangetrokken door rottend plantaardig materiaal.
Rectangle
Habitatvoorkeuren van Neoscapteriscus borellii in verschillende levensfasen
De eieren van neoscapteriscus borellii worden meestal in ondergrondse holen gelegd, specifiek in vochtige grond die gemakkelijker groei en overleving mogelijk maakt. Nimfen van neoscapteriscus borellii bewonen ook de ondergrondse omgeving, vaak dicht bij het oppervlak om zich te voeden met plantenwortels en bodem ongewervelden. Om de nimfen te vinden, moet men rond plantbasen graven en zoeken naar verstoorde grond die duidt op hun graafactiviteit. Volwassen neoscapteriscus borellii, hoewel ze nog steeds kunnen graven, worden vaker aan het oppervlak gevonden, vooral in de buurt van voedselbronnen zoals plantmateriaal en insecten en worden ook aangetrokken door licht in de nacht. Zoeken naar volwassenen zou betekenen dat je rond gazons en tuinen of bij lichtbronnen na zonsondergang moet controleren.
Rectangle
Hoe en waar vind je Neoscapteriscus borellii in verschillende levensfasen?
Nimf Neoscapteriscus borellii nimfen zijn kleiner en minder actief. Ze kunnen in de grond of net onder het oppervlak worden gevonden. Nimfen vinden vereist vaak voorzichtig door de grond graven zonder het gazon te beschadigen.
Volwassen Volwassen neoscapteriscus borellii kunnen worden gevonden door te luisteren naar hun kenmerkende tjilpen of door te zoeken naar verstoorde grond waar ze hebben gegraven. Het gebruik van een zaklamp 's nachts kan je helpen om hen of hun graaf ingangen gemakkelijker te ontdekken.
Zijn Neoscapteriscus borellii schadelijk?
Je complete ongediertebestrijdingsgids
Ontdek effectieve tips voor het voorkomen en verdelgen van ongedierteplagen om ongedierte uit de buurt van je huis te houden.
Download de app gratis
Schadelijke effecten van Neoscapteriscus borellii
Onthul de schadelijke effecten van diverse insecten
Ontdek de gevaren van insecten met betrekking tot giftigheid, dodelijkheid, bijten bij de mens, steken bij de mens, pathogeniteit, hematofagie, allergeniteit, parasitisme etc.
Download de app gratis
Rectangle
Tuin- en landschapsplaag

Neoscapteriscus borellii staat bekend om het kauwen op plantweefsels, wat leidt tot beschadigde wortels en stengels. Dit kan variëren van milde tot ernstige stress op grasvelden, inclusief gele plekken en verzwakte planten. Grote aantallen kunnen gazons verwoesten, terwijl minder plagen over het algemeen minder opvallende schade veroorzaken.

Meer effecten van Neoscapteriscus borellii

Veelgestelde vragen die mensen ook stellen
Krijg snel antwoord op je vragen over insecten
Maak een foto voor onmiddellijke insectidentificatie en antwoorden over beten, giftigheid, ongediertebestrijding, gedrag, habitat en veiligheidstips!
Download de app gratis
Meer insecten die vergelijkbaar zijn met Neoscapteriscus borellii
Scapteriscus vicinus
Scapteriscus vicinus

Scapteriscus vicinus is een rechtvleugelig insect uit de familie veenmollen (Gryllotalpidae). De wetenschappelijke naam van deze soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1869 door Scudder.

Lees meer
Arrow
Neocurtilla hexadactyla
Neocurtilla hexadactyla

Neocurtilla hexadactyla is een rechtvleugelig insect uit de familie veenmollen (Gryllotalpidae). De wetenschappelijke naam van deze soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1832 door Perty.

Lees meer
Arrow
Veenmol
Veenmol

Mannetjes worden 35 tot 45 millimeter lang, vrouwtjes 45 tot 50 millimeter. In tegenstelling tot vrijwel alle andere sprinkhanen en krekels hebben de vrouwtjes geen legboor. Ze zijn van de mannetjes te onderscheiden doordat ze groter worden, ook is de vleugeladering anders. Het uiterlijk is ongewoon; een krekelachtig achterlijf met twee uitsteeksels (cerci), die dienen als tastorgaan en niet gebruikt kunnen worden om te steken. Onmiskenbaar is de sterk gepantserde voorzijde en met name de grote, krachtige voorpoten met opvallende klauwen. De vleugels hebben, als ze in rust zijn gevouwen, iets weg van een doorn op het midden van de rug. De schenen van de voorpoten zijn sterk verbreed en hebben vingerachtige doorns. De voorpoten lijken wat op die van een echte mol. Deze klauwen dienen om snel te graven, want de veenmol leidt een grotendeels ondergronds bestaan. Er wordt een gangenstelsel gegraven en naar voedsel gezocht net onder het oppervlak. Objecten als stenen en stammen worden gebruikt om onder te schuilen. Veenmollen kunnen ook gemakkelijk zowel vooruit als achteruit door hun nauwe gangen lopen. De naam "veenmol" verwijst naar het veen of de zachte grond waaraan het insect de voorkeur geeft.

Lees meer
Arrow
Gryllotalpa australis
Gryllotalpa australis

Gryllotalpa australis is een rechtvleugelig insect uit de familie veenmollen (Gryllotalpidae). De wetenschappelijke naam van deze soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1842 door Erichson.

Lees meer
Arrow
Gryllotalpa orientalis
Gryllotalpa orientalis

Gryllotalpa orientalis is een rechtvleugelig insect uit de familie veenmollen (Gryllotalpidae). De wetenschappelijke naam van deze soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1838 door Burmeister.

Lees meer
Arrow
Gryllotalpa africana
Gryllotalpa africana

Gryllotalpa africana is een rechtvleugelig insect uit de familie veenmollen (Gryllotalpidae). De wetenschappelijke naam van deze soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1805 door Beauvois.

Lees meer
Arrow
Andere populaire insecten
Blauwzwarte houtbij
Blauwzwarte houtbij

De blauwzwarte houtbij wordt twee tot bijna drie centimeter lang en is alleen al aan de grootte te herkennen. ook de kleur is opmerkelijk voor een bij; zwart met een sterk iriserende paarse glans. Met name in het zonlicht lijkt het insect eerder paars dan zwart van kleur, vooral de vleugels. Op de foto is deze kleur echter niet goed te zien. Het lichaam is vrij sterk behaard, vooral de poten, en de twee antennes hebben een duidelijke knik. Mannetjes zijn van vrouwtjes te onderscheiden door een lichter deel aan de bovenzijde van de antennes.

Lees meer
Arrow
Gewone komkommerspin
Gewone komkommerspin

De naam van de gewone komkommerspin (Araniella cucurbitina) komt vanzelfsprekende van de duidelijk felle geelgroene kleur van de spin. De kleur van de spin verandert samen met de geslachtsrijpheid en de seizoenen. Zo zijn ze vaak in de herfst, als ze nog niet geslachtsrijp zijn, bruin en rood. In het voorjaar krijgen ze pas de groene komkommerkleur.

Lees meer
Arrow
Europese zwarte schorpioen
Europese zwarte schorpioen

De schorpioen is 35 tot 45 mm lang. De soort komt voor in Noord-Afrika en Zuid-Europa, maar is ook enige keren in Nederland gevonden. De schorpioen is te herkennen aan het zwarte lichaam, de gele poten en de gele angel. Van de drie soorten schorpioenen die in Frankrijk voorkomen (Buthus occitanus, Euscorpius flavicaudis en Euscorpius carpathicus) is dit verreweg de algemeenste die bv vaak in zomerhuisjes in Zuid- Frankrijk wordt gezien. De steek is pijnlijk, maar niet gevaarlijk, vergelijkbaar met die van een bij of wesp.

Lees meer
Arrow
Spinduizendpoot
Spinduizendpoot

De potenparen aan de achterzijde zijn langer dan die aan de voorzijde. Het voorste potenpaar is zeer kort, het achterste paar is juist zeer lang en dun; deze twee laatste poten dienen als tastorgaan. Ook de antennes zijn zeer lang en dun, waardoor de voor- en achterzijde wat op elkaar lijken. De ogen van het dier zijn echter goed te zien. Soorten uit de orde Scutigeromorpha hebben als enige van alle duizendpotigen samengestelde ogen, die beter zijn ontwikkeld. De kleur is lichtbruin tot bruingrijs, op de bovenzijde zijn drie donkere lengtestrepen zichtbaar. De lengte is ongeveer 2,5 tot bijna 4 centimeter.

Lees meer
Arrow
Groene schildwants
Groene schildwants

De groene schildwants is geheel groen van kleur en heeft in tegenstelling tot veel gelijkende wantsen geen duidelijke tekening. De vlies-achtige vleugelpunten van de voorvleugels, aan de achterzijde van het lichaam, zijn bruin, de onderzijde van het lichaam is meer bruinrood van kleur. De bovenzijde van het lichaam heeft soms onopvallende vlekjes of iets lichtere delen maar deze zijn nooit erg geprononceerd en verschillen per individu. De gehele bovenzijde is voorzien van kleine putjes, die van enige afstand niet te zien zijn. De wants kan van kleur veranderen, exemplaren die in winterslaap gaan kleuren bruin. Met hun normale groene kleur zouden ze te veel opvallen in de scheuren in bomen waar ze overwinteren. Zodra de wants in de lente ontwaakt en actief wordt, kleurt het lichaam binnen enkele weken weer groen. Dit verschijnsel van een groene 'zomerkleur' naar een bruine 'winterkleur' komt ook voor bij andere insecten zoals de groene gaasvlieg (Chrysoperla carnea). De groene schildwants heeft net als alle schildwantsen een enigszins (wapen)schild- achtige bovenzijde van het lichaam waaraan de naam 'schild'wantsen te danken is. De wants bereikt een totale lichaamslengte van 12 tot 14 millimeter waarbij de vrouwtjes iets groter worden dan de mannetjes. Het lichaam van de wants lijkt uit één geheel te bestaan maar is net als alle insecten verdeeld in drie delen; de kop (A), het borststuk of thorax dat de poten en vleugels draagt (B) en ten slotte het achterlijf of abdomen (C). De voorzijde van de kop wordt de clypeus genoemd (1), de kop draagt twee duidelijke antennes (2) die altijd vijf geledingen hebben waarbij opvalt dat de laatste twee verbreed en roodbruin van kleur zijn. Aan de zijkanten van de kop zijn de ogen gelegen (3). Achter de ogen, tegen de rand van het halsschild, zijn twee enkelvoudige ogen of ocelli gelegen. Deze zijn klein maar doordat ze een roodbruine kleur hebben steken ze af tegen de verder groene kop zodat ze goed te zien zijn. Het halsschild (4) is relatief groot en beschermt een deel van de kop. Het is voorzien van vele kleine putjes die een donkere kleur hebben, aan de voorzijde is het halsschild voorzien van twee gespiegelde gladde lijnen die een oog-achtige vorm hebben. Het scutellum of schildje (5) is bij de meeste wantsen erg klein maar de schildwantsen hebben juist een vergroot scutellum dat een deel van het achterlijf bedekt. Achter het scutellum zijn de vleugels gelegen, net als alle vliegende insecten heeft de wants een paar achtervleugels en een paar voorvleugels. De voorvleugels zijn net zoals bij de kevers verhard, echter het achterste deel van de vleugel van wantsen is vliezig en half doorzichtig. Bij kevers zijn de voorvleugels geheel verdikt en worden dekschilden of elytra genoemd. Omdat bij wantsen zoals de groene schildwants de vleugel slechts deels is verdikt worden ze hemi-elytra genoemd wat halfverhard betekent. De hemi-elytra bestaan uit verschillende delen, die gescheiden worden door aderen. Het verharde deel van de voorvleugels bestaat uit een drietal vlakken die van de binnen- naar de buitenzijde worden aangeduid met de clavus (6), het corium (7) en het embolium (8). De vliezige achterzijde van de voorvleugels wordt het membraan (9) genoemd. Bij schildwantsen steekt de rand van het platte achterlijf aan weerszijden uit onder de vleugels. Het achterlijf bestaat net als alle insecten uit rug-en buikplaten die respectievelijk tergieten en sternieten worden genoemd. Deze zijn aan de randen voorzien van een rij platen die wel met laterotergieten (10) worden aangeduid. Het geheel aan laterotergieten wordt het connexivum genoemd, het connexivum zorgt in belangrijke mate voor het wapenschild-achtige silhouet van schildwantsen. De poten van de wants zijn typisch insectachtig, de poot is middels de heup of coxa aan het lichaam verbonden, de heup is op de afbeelding niet te zien. De dij of het femur (14) is het breedste deel van de poot, na de dij volgt de scheen of tibia (13), dit is het langste deel van de poot. De scheen draagt ten slotte de tarsus of voet (12), deze is geleed en bestaat uit meerdere tarci. Het laatste deel draagt twee kleine klauwtjes (11). De pootuiteinden zijn net als de antennes roodbruin gekleurd. Op de afbeelding rechts zijn verschillende lichaamsdelen van de wants aangegeven met pijlen; gele pijlen geven de stigmata of ademopeningen aan, de rode pijl geeft de geurklier tussen de middelste en de achterste poten aan. De groene pijl wijst naar het labrum, de blauwe pijl naar de zuigsnuit of rostrum. De nimfen doen keverachtig aan door het ronde lichaam, zie voor de beschrijving van de nimfen onder voortplanting.

Lees meer
Arrow
Roodwitte celspin
Roodwitte celspin

De lengte is ongeveer 11 - 15 mm voor de vrouwtjes. De mannetjes zijn half zo groot. De pootspanwijdte van vrouwtjes is maximaal 2 cm, die van mannetjes 1 cm. De kop heeft zes enkelvoudige ogen waarmee de spin vanwege de nachtactieve levenswijze zeer slecht kan zien. Het kopborststuk is bruin tot roodachtig, het achterlijf is wit tot witgeel. Het lichaam heeft korte pootjes waardoor de spin niet hard kan lopen. Hier heeft het dier niet al te veel hinder van, want de favoriete prooi, de pissebed, is ook niet snel. De kaken en de giftanden zijn tamelijk groot, bij het vrouwtje tot wel 0,5 cm. De kaken zijn enorm krachtig zodat ze met gemak door het pantser van een pissebed kunnen snijden.

Lees meer
Arrow
Eratigena duellica
Eratigena duellica

Eratigena duellica , de gigantische huisspin, is een soort trechterwever in de spinnenfamilie Agelenidae. Het wordt gevonden in Canada, de Verenigde Staten en Europa. De verwante soort Eratigena atrica wordt ook wel de Reuzen huisspin genoemd. Eratigena atrica werd in 2013 overgebracht van het geslacht Tegenaria. Het werd beschouwd als dezelfde soort als Eratigena atrica tot 2018, toen Eratigena duellica, Eratigena saeva en Eratigena atrica als afzonderlijke soorten werden hersteld.

Lees meer
Arrow
Kerkzesoog
Kerkzesoog

De kerkzesoog of Florentijnse muurspin (Segestria florentina) is een spin uit de familie zesoogspinnen (Segestriidae).

Lees meer
Arrow